Jongerenwerk-1988-2025

Hart voor jongeren

Al jarenlang geniet ik ervan om met jongeren op te trekken. Zij hebben mijn hart. Tieners en jongvolwassenen inspireren mij door hun openheid en ze zetten mij op scherp met hun kritische vragen. Ze wakkeren mijn passie om met hen het evangelie te delen aan, als ik merk dat ze op zoek zijn naar wat geloven voor hen kan betekenen. In de loop van de jaren heb ik al zó veel mooie gesprekken gehad en ben ik diverse keren bevraagd over allerlei geloofsthema's. We hebben met elkaar ontzettend veel lol (gehad) bij ludieke spellen en veel gezelligheid op catechisatie en jeugdkringen.
Ik gun het kinderen en jongeren heel erg dat het bij hen binnen komt dat ze voor God kostbaar, waardevol en geliefd zijn (klik of tik hier om daar meer over te lezen) en dat dit hen rust en kracht geeft.
Ik gun hen ook dat ze zich veilig voelen in de gemeente waar ze zijn en ik zal alles doen wat ik kan om hen die veiligheid te geven.
Ik wil me er voor inzetten dat zij zich vrijuit kunnen ontplooien en op geloofsonderzoek uit gaan. Als ik hen kaders kan aanreiken zodat ze niet in een eindeloze ruimte rondzweven, dan wil ik daarvoor gaan.

Zendeling worden?
Waar komt die passie voor jongeren en jongerenwerk vandaan? Nou, het verhaal gaat dat ik in klas 5 van de lagere school (nu groep 7 basisschool) heb gezegd: "Ik wil zendeling worden". Mijn vader had dit van de leerkracht gehoord en had erbij geglimlacht. Later vertelde hij het mij en óók wat de leerkracht (meester De Meijer) erbij had gezegd: "Meneer Trommel, je weet het maar nooit". Was God toen al aan het werk? Ik weet het niet, het zou zomaar kunnen. In ieder geval heb ik na de brugklas heel bewust gekozen voor Gymnasium A.

Studie en twijfel
Na het gymnasium ging ik theologie studeren in Apeldoorn, ik was 18. Ik heb in die vijf studiejaren ontzettend veel geleerd. Vooral de verdieping in het Oude en Nieuwe Testament boeide mij. Maar ik had ook wel eens mijn twijfels over het nut van zo'n uitgebreide en ingewikkelde studie. Ik was in die jaren betrokken bij Youth for Christ en leidde een kring van jong-volwassenen. Ik voelde van binnen: "Ik ben járen aan het studeren, maar om mij heen zijn mensen die Jezus niet kennen. Kan ik niet veel beter hén gaan opzoeken in plaats van met m'n neus in de boeken zitten?" Ik vertrouwde die twijfel toe aan onze dominee in Apeldoorn, een bekende van mij. Zijn antwoord was: "Johan, de discipelen van Jezus hebben ook een opleiding van 3 jaar gehad voordat ze eropuit gestuurd werden". Hij had gelijk en mijn twijfel verdween.

Docent godsdienst
In 1981 verhuisden we van Apeldoorn naar Alblasserdam. Daar had ik een 60%-functie gekregen als pastoraal werker in een kleine gemeente. Ook die periode was heel leerzaam. Ik deed al het werk dat een dominee normaal gesproken doet, behalve kerkdiensten met doop of avondmaal. Ik was nog geen predikant en daarom mocht ik geen doop of avondmaal bedienen. Zo was dat toen, en zo is het op veel plaatsen nóg.

Na een jaar in Alblasserdam (het was zomer 1982) moest ik noodgedwongen aanvullend inkomen genereren. Dus solliciteerde ik naar een part time baan als godsdienstleraar. Ik werd in Lisse aangenomen. Ik had geen enkele opleiding didactische vaardigheden o.i.d. Maar wel de wens om me daarin te oefenen. Ik mocht van de directrice een driedaagse cursus volgen omdat er een nieuwe methode voor godsdienst-onderwijs was gelanceerd. Sinds die cursus stelde ik mij tot doel (en had ik het verlangen) om de meiden aan wie ik les gaf (het was een huishoudschool, later LHNO - long time ago) te motiveren zélf na te denken over geloofskwesties. Ik kon ze natuurlijk geen geloof geven - dat mag in het onderwijs ook niet je doel zijn - maar wél stimuleren zélf een mening te vormen over de lesstof die aan de orde kwam. "Ik weet het niet" als antwoord op mijn vraag "waarom vind je dat of waarom denk je dat?" ging er bij mij niet in.

Jaren van ontwikkeling
In 1985 heeft de kerkelijke gemeente in Kornhorn, een klein dorpje net over de Fries-Groningse grens, mij gevraagd om fulltime hun predikant te worden. Ik heb daar 'ja' tegen gezegd. In vertrouwen op God zijn we naar het noorden verhuisd en hebben er 15 prachtige jaren gehad. Hoewel lesgeven op een middelbare school er niet meer in zat, kon ik mijn passie voor jongeren ook binnen de kerk invulling geven door jongeren te stimuleren om zélf na te denken en zélf keuzes te maken. Daarom ben ik met twee collega's aan de slag gegaan en hebben we een compleet pakket catechisatiemateriaal geschreven, dat aansloot bij de denk- en leefwereld van onze jongeren. De jaren in Kornhorn hebben mij enorm gevormd. Ik kreeg alle ruimte mij te ontwikkelen en te ontdekken waar mijn hart lag. Gaandeweg werd mij dat steeds duidelijker: het evangelie delen en hart voor jongeren.

Gegroeid en gebleven
Mijn passie om het evangelie te delen met mensen en jongeren te helpen in het maken van geloofskeuzes is gegroeid en nooit meer weggegaan. God is wel degelijk bezig geweest met mij - en nog steeds! Daar ben ik Hem dankbaar voor. Zendeling ben ik nooit geworden. Althans niet in verre landen. In Nederland heb ik wel degelijk een missie gevoeld. Het evangelie delen en hart voor jongeren - ik hoop dat ik die nog heel wat jaartjes in praktijk mag brengen. Ze zijn voor mij de twee kanten van één medaille. Een gouden medaille!