Terug naar Lerengeloven.nl                             Terug naar Lerengeloven 2.1
0     1     2     3     4     5     6     7     8     9     10
 
  
God alleen

MENU

 

Reconstructie van de stad Babylon in de 6e eeuw voor Chr.

 

 

 

 

Zo zou Babel, de hoofdstad van het Babylonische Rijk, eruit gezien hebben in
de 6e eeuw vóór Christus.
  

Dragen of gedragen worden

Er is in het Oude Testament nóg een hoofdstuk waar de spot gedreven wordt met zogenaamde goden en godenbeelden: Jesaja 46, verzen 1-2 en 6-7.

1 Bel is gebroken, Nebo ligt geveld.
Eens droegen jullie hen plechtig rond,
maar nu zijn hun beelden voor de lastdieren,
een zware last voor uitgeputte beesten.
2 Ze zijn gebroken en geveld,
ze hebben zichzelf niet kunnen beschermen;
hun beelden worden weggesleept (.....)
6 Mensen schudden goud uit hun buidel
of wegen zilver af op een weegschaal,
ze nemen een edelsmid in dienst
die er een god van maakt.
Ze buigen zich neer en knielen ervoor.
7 Ze nemen hem op hun schouders en torsen hem.
Waar ze hem neerzetten, daar blijft hij staan,
hij komt niet meer van zijn plaats.
Als ze hem om hulp roepen, antwoordt hij niet,
hij redt hen niet uit hun nood.
N.B.: Bel en Nebo waren bekende en belangrijke goden voor de Babyloniërs. 
 

Toelichting

Waar het om gaat in dit bijbelgedeelte is dit: in het jaar 586 voor Chr. zijn de meeste inwoners van het rijk Juda gedeporteerd naar Babel (wat nu Irak is), nadat Jeruzalem was ingenomen en met de grond gelijk gemaakt door het leger van het Nieuw Babylonische Rijk. Dat rijk was onder leiding van koning Nebukadnessar tot een enorme wereldmacht geworden en verbeeldde zich dat de goden van Babylon daarvoor gezorgd hadden; Babel zou onoverwinnelijk zijn.

De gedeporteerde Judeeërs klaagden dat God hen vergeten was. "Nee", zegt Jesaja dan, "dat is níét zo. En het is ook niet zo dat de Babylonische goden Bel en Nebo (of de hoofdgod Marduk) Nebukadnessar zo machtig hebben gemaakt. Want die goden zijn geen goden. Er is maar één God en dat is Jahweh, de HEER, de God van Israel".

In de verzen 3-4 van Jesaja 46 staat:

3 Luister naar Mij, volk van Jakob
en al wat er van Israël nog over is –
van de moederschoot af door Mij gedragen,
door Mij gekoesterd vanaf de geboorte:
4 Tot in je ouderdom blijf Ik dezelfde,
tot in je grijsheid zal Ik je steunen.
Wat Ik gedaan heb, zal Ik blijven doen,
Ik zal je steunen en beschermen.

Gedragen worden

De goden van Babylon - en alle andere goden die mensen vereren - moeten gedragen worden; ze kunnen zelfs niets.

Is dat bij God ook zo?

Nee.
Wij hoeven Hem niet te dragen.
Hij draagt ons!
Let op het opschrift van de tien geboden: "Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd”.

Deze God is uniek. Hij hoeft niet gedragen te worden. Hij vraagt geen offers om Hem aan zijn trekken te laten komen. Hij draagt ons, dag aan dag.

Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt en redt ons;
onze God is een reddende God.
Uit het bijbelboek Psalmen (68, vers 20-21a)