Psalm 91 vers 11
Zijn engelen geeft Hij opdracht
over je te waken, waar je ook gaat.
Hebreeën hfst.1 vers 14
Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die de redding als erfenis zullen ontvangen?
VRAAG: Hier lees je over de vierde taak van de engelen, hoe zou je die omschrijven?
E
Een prachtig voorbeeld hiervan kun je lezen in Handelingen 12, verzen 6 t/m 11
Petrus is gevangengenomen omdat hij het niet kon laten om in Jeruzalem over Jezus te vertellen.
6 In de nacht voordat Herodes hem (= Petrus) zou laten voorkomen, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers. 7 Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketenen van zijn handen. 8 De engel zei tegen hem: "Doe je gordel om en trek je sandalen aan". Dat deed hij. Daarop zei de engel: "Sla je mantel om en volg mij". 9 Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien. 10 Toen ze de eerste en tweede wachtpost voorbij waren, kwamen ze bij de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open, en toen ze buiten waren gekomen liepen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterliet. 11 Nadat Petrus weer tot zichzelf gekomen was, zei hij: "Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden".